• ver·or·don·neert
vervoeging van
verordonneren

verordonneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verordonneren
    • Jij verordonneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verordonneren
    • Hij verordonneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verordonneren
    • Verordonneert!