verordenden
- Geluid: verordenden (hulp, bestand)
- ver·or·den·den
vervoeging van |
---|
verordenen |
verordenden
- meervoud verleden tijd van verordenen
- Wij verordenden.
- Jullie verordenden.
- Zij verordenden.
- Wij verordenden.
vervoeging van |
---|
verordenen |
verordenden