vernieuwden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vernieuwden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·nieuw·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vernieuwen |
vernieuwden
- meervoud verleden tijd van vernieuwen
- Wij vernieuwden.
- Jullie vernieuwden.
- Zij vernieuwden.
- Wij vernieuwden.