vermenigvuldigingsfactor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·me·nig·vul·di·gings·fac·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vermenigvuldigingsfactor vermenigvuldigingsfactoren
verkleinwoord vermenigvuldigingsfactortje vermenigvuldigingsfactortjes

Zelfstandig naamwoord

de vermenigvuldigingsfactorm

  1. een getal waarmee vermendigvuldigd dient te worden
    • De vermenigvuldigingsfactor was het getal 5. 

Gangbaarheid