Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·los·te

Werkwoord

vervoeging van
verlossen

verloste

  1. enkelvoud verleden tijd van verlossen
    • Ik verloste. 
    • Jij verloste. 
    • Hij, zij, het verloste. 
  2. verbogen vorm van verlost, voltooid deelwoord van verlossen