Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·lich·te

Werkwoord

vervoeging van
verlichten

verlichte

  1. aanvoegende wijs van verlichten
  2. verbogen vorm van verlicht, voltooid deelwoord van verlichten

Bijvoeglijk naamwoord

verlichte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verlicht