Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·leen·de hulp
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
hulpverlenen

verleende hulp

  1. enkelvoud verleden tijd van hulpverlenen
    • Ik verleende hulp. 
    • Jij verleende hulp. 
    • Hij, zij, het verleende hulp. 
Synoniemen

Gangbaarheid