Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·lang·zaamt

Werkwoord

vervoeging van
verlangzamen

verlangzaamt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlangzamen
    • Jij verlangzaamt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlangzamen
    • Hij verlangzaamt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verlangzamen
    • Verlangzaamt!