verkegelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkegelen (hulp, bestand)
- IPA: /vər.ˈke.xə.lə(n)/
Woordafbreking
- ver·ke·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verkegelen |
verkegelde |
verkegeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verkegelen
- overgankelijk: met kegelen doorbrengen
- Ze verkegelden die hele middag.
Gangbaarheid
- Het woord 'verkegelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.