Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·in·ner·lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verinnerlijken
verinnerlijkte
verinnerlijkt
zwak -t volledig

Werkwoord

verinnerlijken [1]

  1. onovergankelijk meer innerlijk, minder oppervlakkig worden
  2. overgankelijk meer innerlijk, minder oppervlakkig maken
Afgeleide begrippen
Vertalingen


Gangbaarheid

Verwijzingen