Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·grijs·de

Werkwoord

vervoeging van
vergrijzen

vergrijsde

  1. enkelvoud verleden tijd van vergrijzen
    • Ik vergrijsde. 
    • Jij vergrijsde. 
    • Hij, zij, het vergrijsde. 
  2. verbogen vorm van vergrijsd, voltooid deelwoord van vergrijzen