verdokteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verdokteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·dok·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verdokteren |
verdokterde |
verdokterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verdokteren [1]
- geld uitgeven (verspillen) aan dokterskosten en medicijnen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord verdokteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.