Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dient te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugverdienen

verdient terug

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugverdienen
    • Jij verdient terug. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugverdienen
    • Hij verdient terug. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugverdienen
    • Verdient terug! 


Gangbaarheid