verdichtsel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verdichtsel (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈdɪxtsəl/
Woordafbreking
- ver·dicht·sel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verdichten met het achtervoegsel -sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verdichtsel | verdichtsels verdichtselen |
verkleinwoord | verdichtseltje | verdichtseltjes |
Zelfstandig naamwoord
het verdichtsel o
- iets dat niet bestaat, een verzinsel
Synoniemen
Vertalingen
1. iets dat niet bestaat
Gangbaarheid
- Het woord verdichtsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdichtsel" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be