Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·cij·fer·den

Werkwoord

vervoeging van
vercijferen

vercijferden

  1. meervoud verleden tijd van vercijferen
    • Wij vercijferden. 
    • Jullie vercijferden. 
    • Zij vercijferden.