Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bloos·de

Werkwoord

vervoeging van
verblozen

verbloosde

  1. enkelvoud verleden tijd van verblozen
    • Ik verbloosde. 
    • Jij verbloosde. 
    • Hij, zij, het verbloosde. 
  2. verbogen vorm van verbloosd, voltooid deelwoord van verblozen