Land met in de voorgrond veldbloemen in verschillende kleuren.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veld·bloem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veldbloem veldbloemen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de veldbloemv / m

  1. bloeiende deel van bedektzadige planten die van nature in graslanden groeien

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen