veis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- veis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veis | veisen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) tweede letter van het alfabet, in gespirantiseerde versie
Verwante begrippen
Bijvoeglijk naamwoord
veis
- partitief van de stellende trap van vei
Verwijzingen
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- veis
Naar frequentie | 21433 |
---|
Zelfstandig naamwoord
veis
Schrijfwijzen
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ver |
veis
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van ver