veiligheidsmaskers

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vei·lig·heids·mas·kers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de veiligheidsmaskersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord veiligheidsmasker
    • Al snel werden de soldaten uitgerust met veiligheidsmaskers. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen