vehiculum
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ve·hi·cu·lum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vehiculum | vehiculums |
verkleinwoord | vehiculumpje | vehiculumpjes |
Zelfstandig naamwoord
vehiculum
- (medisch) een drager
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'vehiculum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.