vaudeville
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vaudeville (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vau·de·vil·le
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘luchtig toneelstuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1837 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaudeville | vaudevilles |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vaudeville m
- luchtig blijspel met veel verwikkelingen en vergissingen
Gangbaarheid
- Het woord vaudeville staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vaudeville" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "vaudeville" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be