Nederlands

 
varkensgehakt
Uitspraak
Woordafbreking
  • var·kens·ge·hakt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord varkensgehakt
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het varkensgehakto

  1. (voeding) gemalen varkensvlees
     Gehaktballetjes in Soya (Tjah Babi), Gehakt op z'n Atjeh's (Perkedèl Atjeh) en Lawar Merah, varkensgehakt met zwoerd van Bali.[2]
     Wat eten we vandaag? Eigengedraaide bbq-worst van vers varkensgehakt, witte peper, nootmuskaat en gemberpoeder. Wil je dit karwij liever overslaan mag je zo ook uit het vleesschap trekken.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Renée van Marissing
    “Onze kinderen” (2021), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9789021414461
  3.   Weblink bron “Wat Eten We Vandaag: Barbecue-worst met puree en gestoofde uien” (22 jul. 2019), Tubantia