variantie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: variantie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvariˈjɑn(t)si / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌva.ri.ˈjɑn.tsi/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌva.ri.ˈjɑn.si/
- (Limburg): /ˌva.ri.ˈjɑn.si/
Woordafbreking
- va·ri·an·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | variantie | varianties |
verkleinwoord | variantietje | variantietjes |
Zelfstandig naamwoord
de variantie v
- (statistiek) de gemiddelde waarde van het kwadraat van de afwijking van de variabele van de verwachte waarde of het gemiddelde
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een maat voor de spreiding van een variabele of van een verdeling gedefinieerd als de wortel uit de variantie
Gangbaarheid
- Het woord variantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "variantie" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be