Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·re

Werkwoord

vervoeging van
varen

vare

  1. aanvoegende wijs van varen

Bijvoeglijk naamwoord

vare

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vaar


Gronings

Hoofdtelwoord

vare

  1. vier; het getal tussen de drie en de vijf, in Arabische cijfers 4, in Romeinse cijfers IV
Schrijfwijzen


Nedersaksisch

Hoofdtelwoord

vare

  1. vier; het getal tussen de drie en de vijf, in Arabische cijfers 4, in Romeinse cijfers IV
Schrijfwijzen