Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • val·lei·gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord valleigraszanger valleigraszangers
verkleinwoord valleigraszangertje valleigraszangertjes

Zelfstandig naamwoord

de valleigraszangerm

  1. (zangvogels) Cisticola tinniens   een vogel uit de familie Cisticolidae  , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt voor in het oostelijke deel van Centraal-en zuidelijk Afrika en telt 6 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie