vakdidactiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vakdidactiek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɑɡdidɑkˌtik / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- vak·di·dac·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vak zn en didactiek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakdidactiek | vakdidactieken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de vakdidactiek v
- (onderwijs) methodische kennis en vaardigheid om mensen iets op een specifiek gebied te leren
Gangbaarheid
- Het woord vakdidactiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.