vakbondsbestuurder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vak·bonds·be·stuur·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vakbond en bestuurder met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakbondsbestuurder | vakbondsbestuurders |
verkleinwoord | vakbondsbestuurdertje | vakbondsbestuurdertjes |
Zelfstandig naamwoord
de vakbondsbestuurder m
Hyponiemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vakbondsbestuurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.