vakantievriend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- va·kan·tie·vriend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vakantie zn en vriend zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakantievriend | vakantievrienden |
verkleinwoord | vakantievriendje | vakantievriendjes |
Zelfstandig naamwoord
de vakantievriend m
- iemand waarmee men op een vakantie vriendschap sluit
- ▸ Vooroordelen worden weggenomen: er zijn ook Turken die wel degelijk persoonlijk contact met Allah zoeken. En ook Turken zelf komen aan het woord: de vakantievriend van evangelist Baan, een imam uit Apeldoorn en een Kamerlid voor het CDA.[1]
- ▸ Het maakt niet uit of je account afgesloten of openbaar is. Dat komt doordat Instagram het toestaat berichten te sturen naar onbekenden. Het platform heeft die functie zodat je bijvoorbeeld ook in contact kan komen met een nieuwe collega of oude vakantievriend.[2]
- ▸ Doordat we met de hele wereld contact kunnen maken, hoeven we minder bang te zijn dat we die ene vakantievriend niet meer spreken.[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'vakantievriend' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ds. M. de Vries“Naaste zijn voor nieuwe Nederlanders” (02-12-2009), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Kinderen zien porno door spamberichten op Instagram, dit kan je als ouder doen” (28-10-2019), NOS
- ↑ Weblink bron Luna van der Waarde“Van homo sapiens tot homo smartphonicus” (05/09/2017), HP de Tijd