vakantietoelage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- va·kan·tie·toe·la·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakantietoelage | vakantietoelagen vakantietoelages |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- extra geld dat men krijgt om op vakantie te kunnen gaan
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord vakantietoelage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.