Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·school
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantieschool vakantiescholen
verkleinwoord vakantieschooltje vakantieschooltjes

Zelfstandig naamwoord

de vakantieschoolv / m

  1. school waarin tijdens de vakantie cursussen worden gegeven
     Rotterdam wil achterstanden bij leerlingen van de basisschool wegwerken door tijdens vakanties les te geven. De leerprestaties van leerlingen blijven ver achter bij die van leerlingen in de rest van Nederland. Daarom is dit jaar de vakantieschool geïntroduceerd.[2]
  2. vakantiekolonie voor stadskinderen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Rotterdamse kinderen werken achterstand weg op vakantieschool” (Vrijdag 5 augustus 2011, 18:30), NOS