vakantiereisbureau
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- va·kan·tie·reis·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vakantie zn en reisbureau zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vakantiereisbureau | vakantiereisbureaus |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het vakantiereisbureau o
- reisbureau dat vakantiereizen aanbiedt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord vakantiereisbureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.