Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·gids
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantiegids vakantiegidsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vakantiegidsm

  1. gids met informatie over een toeristische bestemming
     Lannoo: ‘Artikel over kust in vakantiegids was objectief en genuanceerd’[1]
  2. reclamedrukwerk waarin de reizen beschreven staan die een reisorganisatie aanbiedt


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Lannoo: ‘Artikel over kust in vakantiegids was objectief en genuanceerd’” (Woensdag 26 maart 2014 om 16:26), De Standaard