Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·kan·tie·at·test
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantieattest vakantieattesten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vakantieattesto

  1. afrekening van het vakantiegeld en het aantal vakantiedagen waar men nog recht op zou hebben als men als werknemer uit dienst gaat
     Wanneer je als bediende uit dienst gaat, ontvang je van jouw werkgever een vakantieattest. Dat document bevat een afrekening van je vakantiegeld. Ook het saldo van je vakantierecht voor het huidige jaar en het vakantierecht dat je hebt opgebouwd voor het volgende jaar vind je op het document terug.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Vakantieattest”