vaart wel
- vaart wel
vervoeging van |
---|
welvaren |
vaart (…) wel
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van welvaren
- Jij vaart wel.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van welvaren
- Hij vaart wel.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van welvaren
- Vaart wel!
- Het woord vaart wel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.