vaakst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vaakst
Bijvoeglijk naamwoord
vaakst
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van vaak
Vertalingen
1. het vaakst / vaakst
Gangbaarheid
- Het woord vaakst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vaakst" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be