ureter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ure·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ureter | ureters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de ureter m
- (anatomie) de buis die loopt tussen het nierbekken en de urineblaas
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ureter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ureter" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ ureter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be