uitvoegen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·voe·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en voegen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitvoegen |
voegde uit |
uitgevoegd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitvoegen
- (verkeer) verlaten van een doorgaande rijstrook naar een rijstrook daarnaast
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord uitvoegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.