[C] Achtervork met uitvaleinde of pad.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·val·ein·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitvaleinde uitvaleinden
verkleinwoord uitvaleindje uitvaleindjes

Zelfstandig naamwoord

de uitvaleindev

  1. (techniek) deel van een fietsframe, aan het uiteinde van de voor- of achtervork, waaraan de wielas wordt bevestigd
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie