uitschreven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitschreven (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·schre·ven
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitschrijven |
uitschreven
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitschrijven
- ...dat wij uitschreven.
- ...dat jullie uitschreven.
- ...dat zij uitschreven.
- ...dat wij uitschreven.