Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·gloei·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitgloeien
gloeide uit
uitgegloeid
zwak -d volledig

Werkwoord

uitgloeien

  1. (techniek) het door en door gloeien van materialen om fysische eigenschappen te wijzigen
Vertalingen

Gangbaarheid