Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ui·terst
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van uiter met het achtervoegsel -st
  • is op te vatten als de overtreffende trap van het voorzetsel uit [1]
stellend
onverbogen uiterst
verbogen uiterste

Bijvoeglijk naamwoord

uiterst

  1. het verste of meest verwijderd
  2. de hoogste graad bereikend, heel erg, maximale
     Ik voelde me klein en uiterst kwetsbaar.[2]
     Iets compleet anders dan ik gewend was, waar ik ontzag voor had en waar ik mijn uiterste best voor moest doen.[2]
Vertalingen

Bijwoord

uiterst

  1. in extreme mate, in de allerhoogste mate
     Het islamitische Haga Lyceum probeerde de publicatie van het uiterst kritische inspectierapport voor de zomer al te voorkomen, maar ook toen ving de school bot.[3]
     De Franse levensstijl blijft een uiterst aantrekkelijk concept waaraan goed wordt verdiend, zoals Michel Houellebecq constateerde in zijn laatste roman De kaart en het gebied: luxe, elegantie, goed eten en drinken.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. uiterst op website: Etymologiebank.nl
  2. 2,0 2,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Weblink bron
    Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper
    “Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant
  4.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be