uintagrondeekhoorntje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uin·ta·grond·eek·hoorn·tje

Zelfstandig naamwoord

het uintagrondeekhoorntjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uintagrondeekhoorn

Gangbaarheid