Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ui·en·loof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uienloof
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het uienloofo

  1. de groene bladeren van een uienplant

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen