tweeklank
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- twee·klank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van twee en klank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweeklank | tweeklanken |
verkleinwoord | tweeklankje | tweeklankjes |
Zelfstandig naamwoord
- (taalkunde) een foneem dat uit twee klinkers bestaat die binnen één lettergreep in elkaar overgaan
- Het hedendaagse Standaardnederlands is relatief arm aan tweeklanken: er worden in het overgrote deel van het Nederlandse taalgebied drie tweeklanken gerealiseerd.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een foneem dat uit twee klinkers bestaat die binnen één lettergreep in elkaar overgaan
Gangbaarheid
- Het woord tweeklank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tweeklank" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be