tweehonderdzevenenveertigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·ze·ven·en·veer·tigs

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdzevenenveertigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdzevenenveertig

Gangbaarheid