tweehonderdvijftigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·vijf·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdvijftigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdvijftig

Gangbaarheid