tweehonderdvijfenzestigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·vijf·en·zes·tigs

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdvijfenzestigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdvijfenzestig

Gangbaarheid