tweehonderdvijfentwintigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·vijf·en·twin·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het tweehonderdvijfentwintigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdvijfentwintig

Gangbaarheid