Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen tweehonderdjarig
verbogen tweehonderdjarige
partitief tweehonderdjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

tweehonderdjarig

  1. 200 jaren durend of bestaand
    • Gedurende dit tweehonderdjarig tijdperk heerste er vrede. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid