Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tus·sen·re·sul·taat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tussenresultaat tussenresultaten
verkleinwoord tussenresultaatje tussenresultaatjes

Zelfstandig naamwoord

het tussenresultaato

  1. (onderwijs) de stand van zaken voordat het einde van de periode is bereikt
    • De leerlingen kregen iedere maand de tussenresultaten van hun toetsen zodat ze wisten of ze nog wat harder moesten gaan werken. 

Gangbaarheid